387
Elke band heeft zes speciale groeven die verbonden zijn met zes wielspaken. De groeven bevatten op hun beurt dikke draden van geperste vormgeheugenlegeringen die lijken op sneeuwkettingen, die in de beginpositie in het loopvlak worden “getrokken”.
Ze worden geactiveerd en zetten uit wanneer er een elektrische stroom doorheen wordt gestuurd, waarvoor de bestuurder op een gladde weg alleen maar op een knop hoeft te drukken. In reactie daarop “herinnert” de geheugenlegering zich zijn oorspronkelijke vorm en “perst” de draadlus uit de uitsparing in het loopvlak, waardoor de oude wielkettingen worden vervangen en de bestuurder de moeite van het installeren ervan bespaart.